‘Ik leef vanuit de eenheid met Jou’ – recensie in VolZin, april 2014, door Jeroen Fierens

Posted By support on okt 11, 2016 | 0 comments


Mystiek, is dat niet iets van vroeger? Iets voor eenzame nonnen in hun kloosterkamertje? Nee, zegt Carine Philipse, mystieke ervaringen komen voor in alle tijden en plaatsen. Ze ondervond het aan den lijve.

'Ik leef vanuit de eenheid met Jou' - recensie in VolZin, april 2014, door Jeroen Fierens

 

‘Neem mij totaal/ laat niets over / niets dat niet van jou is / niets dat niet jou is.’ Zomaar een willekeurige zin uit Jij zingt in mij Jouw naam. Op 1 januari 2003 heeft Carine Philipse een mystieke ervaring, een ervaring van eenwording met God die haar leven voorgoed verandert. Maar hoe beschrijf je met woorden wat niet in woorden te vatten is? Wat als je verkeerd begrepen wordt en voor gek wordt versleten? Die twijfel komt in de daaropvolgende bladzijden vaak terug, maar het vertrouwen is groter, het vertrouwen dat het goed is, dat dit haar weg is. En dus publiceerde Philipse deze bloemlezing uit tweeënhalf jaar dagboek. Legt ze haar ziel bloot. Omdat ze gelooft dat het uiteindelijk niet zozeer háár ziel is, maar Zijn ziel waar zij deel van uitmaakt. Het zijn niet zozeer haar woorden, maar woorden die haar gegeven worden uit Zijn hand. Overdenkingen, poëzie, lofliederen en wanhopige uitroepen (“Wat Jij wilt, WAT JIJ WILT!”) wisselen elkaar af. Soms kun je haar woorden zingen als de poëtische liederen van Huub Oosterhuis, het volgende moment word je verscheurd door het rauwe wanhopige verlangen van de middeleeuwse mystici.

Het boek begint met de dag van die eerste ervaring en neemt de lezer mee op de stormachtige reis die daarop volgt. Want het leven gaat verder en Philipse merkt dat er nog veel in haar leven is dat haar weerhoudt van totale en blijvende eenheid met God. Ze heeft bijvoorbeeld altijd het gevoel gehad dat ze zich moest bewijzen om de liefde van haar moeder te mogen ontvangen en die ervaring maakt het moeilijk voor haar om te geloven dat er iemand is die echt onvoorwaardelijk van haar houdt. Als ze aan het einde van de reis terugblikt ziet ze: Die obstakels waren alleen maar obstakels vanuit mijn eigen beperkte perspectief, ze mogen er zijn, horen erbij. Dat is juist waar die onvoorwaardelijkheid over gaat. Ik ben een mens en zal dat voorlopig ook blijven, maar “het heeft geen greep meer op mij (…) omdat ik nu leef vanuit de eenheid met Jou.”

Die eenheidservaring maakt dat Philipse aan het einde van de weg geen wereldvreemde kluizenares is geworden, maar een ‘moderne mystica’ (als zoiets bestaat) die als pastor in een ziekenhuis werkt, zich
zorgen maakt om de oorlog in Irak en thuis op de bank The SixthSense kijkt. Ze is open en ruimdenkend en ziet in iedere religie dezelfde mystieke kern. Dat maakt dit boek erg toegankelijk. Tegelijkertijd weerhoudt dat haar er niet van haar liefde voor God van de daken te schreeuwen. Die afwisseling – van de meest alledaagse menselijke ervaring van een gesprek met een vriendin tot de meest transcendente van eenheid met God, van poëzie, liederen, ervaringen en overdenkingen – maakt het mogelijk Philipse te volgen op haar wonderlijke reis en ten slotte misschien zelfs een glimp op te vangen van dit mysterie dat ze in haar leven ervaart.

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *