Dit boek bevat een selectie van dagboeknotities beginnend met een krachtige ervaring van eenheid met God, die plaatsvond op 1 januari 2003. Alles neergeschreven ‘zoals het spontaan in mij opkwam; ik heb er niets in veranderd, alleen wat komma’s en punten toegevoegd’, aldus de schrijfster, die vrijwel vanaf haar prille jeugd eenheid met God heeft beleefd. Wát en hóe zij daarover schrijft, maakt een volstrekt authentieke indruk.
Recensie door Frans Berkelmans O.S.B. in het Benedictijns Tijdschrift, 2013/3, p. 144
Proza en poëzie wisselen elkaar af, maar de gebonden passages maken een sterk spontane indruk; er is geen toeleg op mooischrijverij; het taalmedium zelf lijkt geen rol te spelen in de mystieke beleving. Dit versterkt eens te meer de indruk van authenticiteit van wat hier te boek werd gesteld. Die indruk delen inmiddels ook anderen die met haar in contact kwamen. Dat is o.m. de aan het dagblad Trouw verbonden journalist Peter Henk Steenhuis, die een interview met haar publiceerde (Trouw d.d. 31 jan. 2007), dat in deze bloemlezing staat afgedrukt. Ook prof. Blommestijn kwam met haar in contact, hetgeen ertoe leidde dat deze een Nabeschouwing schreef die aan deze bloemlezing is toegevoegd (pp. 319-329); hij voerde een gesprek met de mystica dat op een DVD is vastgelegd eveneens aan het boek toegevoegd. Al deze ‘getuigenissen’ waarborgen de indruk van authenticiteit die de lezer bij eerste kennismaking met dit werk opdoet. Enkele (overigens spaarzame) autobiografische passages als de alinea die van p. 159 op 160 overloopt, bevestigen die indruk eens te meer. Dit gezegd zijnde laat ik liefst de mystica zelf aan het woord in een passage die ik ontleen aan de Inleiding die zij zelf aan deze publicatie laat voorafgaan (pp. 13-16).
«Dit boek is mijn dagboek. Maar het gaat niet over mij, over mijn leven met alle dagelijkse gebeurtenissen of over mijn eigen ervaringen. Het gaat over de werking van God in ‘mijn’ leven. Mijn leven, dat in feite niet ‘van mij’ is, maar van Hem. Mijn leven en de persoon die ik ben, zijn in wezen niet van belang. Ze zijn niet meer dan de bedding waarin dit mystieke proces kan plaatsvinden. Dat gebeurt in mij, maar het is niet van mij of voor mij. Het stroomt door mij heen naar buiten, naar anderen. Daar is het voor mijn gevoel ook voor bedoeld. Het verbonden zijn met God sluit je niet af van de wereld om je heen, maar verbindt je er juist mee op een nog dieper niveau. Want God is de kern van de hele werkelijkheid. De hele werkelijkheid is op zijn diepste laag God. Mystiek is dus niet wereldvreemd. Mystiek is geen aparte laag in het leven, maar stroomt door alles heen en kleurt de gewone werkelijkheid van elke dag. De liefde van God, die in de mystieke ervaring beleefd wordt, vloeit als het ware over de grenzen van de mens heen naar andere mensen.
Terwijl ik dit dagboek schreef, werkte ik als ziekenhuispredikant. Zo nu en dan schrijf ik daar wat over. Ook in mijn werk heb ik altijd gevoeld, dat de liefde van God door mij heen naar anderen vloeide en van hen naar mij. Dat is heel vreugdevol.»
FB